Veel gestelde vragen

CO2 neutraal ondernemen

CO2 neutraal ondernemen betekent dat een bedrijf geen netto uitstoot van CO2 heeft door de CO2-uitstoot te verminderen en de overgebleven CO2-uitstoot te compenseren door middel van CO2-reductieprojecten.

CO2 neutraal ondernemen draagt bij aan een duurzame toekomst en vermindert de impact van het bedrijf op het klimaat.

CO2 neutraal ondernemen kan kostenbesparingen opleveren, de reputatie van het bedrijf verbeteren en bijdragen aan het aantrekken van klanten die waarde hechten aan duurzaamheid.

Een bedrijf kan CO2 neutraal worden door de CO2-uitstoot in kaart te brengen, maatregelen te nemen om de CO2-uitstoot te verminderen en de overgebleven CO2-uitstoot te compenseren door te investeren in CO2-reductieprojecten.

CO2-reductieprojecten zijn bijvoorbeeld het aanplanten van bomen of het investeren in wind- of zonne-energie.

Het is wenselijk dat elk bedrijf bijdraagt aan een duurzame toekomst, maar het is niet verplicht om CO2 neutraal te worden.

Er zijn geen specifieke wetten en regels omtrent CO2 neutraal ondernemen, maar er zijn wel regels omtrent CO2-uitstoot en klimaatdoelen die bedrijven moeten naleven.

 

Een bedrijf kan de CO2-uitstoot meten door een CO2-footprint te laten opstellen.

Voorbeelden van maatregelen zijn het investeren in energiebesparende maatregelen, duurzame energiebronnen en elektrische voertuigen.

Nee, bedrijven moeten naast het verminderen van de CO2-uitstoot ook investeren in CO2-reductieprojecten om CO2 neutraal te worden.

 

De kosten van CO2 neutraal ondernemen kunnen verschillen per bedrijf en zijn afhankelijk van de maatregelen die worden genomen en de CO2-reductieprojecten waarin wordt geïnvesteerd.

Een bedrijf kan CO2 neutraal blijven door de CO2-uitstoot regelmatig te monitoren. Dit kan via een energiemonitoringssysteem die ook in DoeNeutraal aanwezig is.

Voor wie is DoeNeutraal?

  • Er zit één huurder in mijn pand.

    Je bent verantwoordelijk voor alle energiebesparende maatregelen die de huurder niet kan nemen, zoals het isoleren van de gebouwschil. De huurder moet alle maatregelen nemen waarvoor jij als eigenaar van het pand geen toestemming hoeft te geven.

  • Er zitten meerdere huurders in mijn pand.

    Je bent als eigenaar verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen. Je moet alle maatregelen nemen, behalve maatregelen die alleen door de huurder kunnen worden genomen. Denk bijvoorbeeld aan energiezuinig printen en kopiëren. De huurder is eigenaar van deze apparatuur en is dus verantwoordelijk voor het verduurzamen hiervan.

De ‘drijver van een inrichting’ moet de melding doen en energiebesparende maatregelen nemen. De vraag is alleen wie de ‘drijver’ is: de eigenaar van het gebouw of de huurder? Bij een hoog energieverbruik hoort een collectieve installatie om aan dat verbruik te komen. Doorgaans wordt, bij sleutelklare huur, de eigenaar hiervan aangemerkt als ‘de drijver’. Het hangt echter ook af van de huurovereenkomst. Doorgaans is degene die bevoegd is om wijzigingen aan het gebouw en de (gedeelde) installaties aan te brengen de ‘drijver’. Bent u mede-eigenaar van een gebouw met collectieve installaties? Dan moet de rechtspersoon van dat gebouw de melding doen en energiebesparende maatregelen treffen. Dit kan een VvE (Vereniging van Eigenaren), BV of CV zijn maar ook een andere entiteit.

Dat is afhankelijk van jouw situatie.

  • Ik ben de enige gebruiker van het pand.

    Je moet als gebruiker alle maatregelen nemen waarvoor je geen toestemming nodig hebt van de eigenaar van het pand. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van alle verlichting door ledlampen. De eigenaar is verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen aan het gebouw die je als gebruiker niet kunt nemen, zoals het isoleren van de gebouwschil.

  • Ik huur kantoorruimte in een pand met meerdere gebruikers.

    De eigenaar van het pand is in principe verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen. Behalve als het maatregelen zijn die je alleen als huurder kunt nemen, denk bijvoorbeeld aan energiezuinig printen en kopiëren. Jij bent als huurder eigenaar van deze apparatuur en bent dus verantwoordelijk voor het verduurzamen hiervan.

Ja, ook als zzp’er moet je voldoen aan de energiebesparingsplicht, maar alleen als je meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 gas verbruikt. Dit is ongeveer zoveel als het jaarverbruik van 16,5 huishoudens. Controleer je energieverbruik bij je energieleverancier.

Ja, je moet aan de energiebesparingsplicht voldoen. 

U kunt als (mede)eigenaar zelf een melding doen bij het eLoket. U heeft hiervoor wel een eHerkenning niveau 1 nodig. Heeft u deze niet, dan moet u deze aanvragen bij een leverancier. Daaraan zijn jaarlijkse kosten verbonden. U kunt ook een bedrijf inschakelen om de melding voor u te doen.

De handhaving ligt bij uw gemeente of een handhavende instantie. Als u de verplichte maatregelen niet uitvoert, dan kan de gemeente in het uiterste geval een dwangsom opleggen.

Energiebesparingsplicht

De Energiesparingsplicht 2023 is een nieuwe wet die bedrijven en organisaties verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen. De wet is van kracht sinds 1 juli 2019 en de eerste rapportageperiode loopt tot en met 31 december 2020. Vanaf 2023 moeten bedrijven en organisaties voldoen aan de Energiesparingsplicht en aantoonbaar energiebesparende maatregelen hebben genomen.
De Energiesparingsplicht 2023 geldt voor alle bedrijven en organisaties die per jaar meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas verbruiken. Dit geldt voor zowel bedrijven en organisaties die zelf energie produceren als voor bedrijven en organisaties die energie inkopen.

Bedrijven en organisaties moeten energiebesparende maatregelen nemen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend. Het gaat hierbij om maatregelen die zijn opgenomen in de Erkende Maatregelenlijsten (EML) voor energiebesparing. De EML zijn per sector opgesteld en bevatten concrete maatregelen die bedrijven en organisaties kunnen nemen om energie te besparen.

Bedrijven moeten aantonen dat zij voldoen aan de Energiesparingsplicht 2023 door een rapportage in te dienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In deze rapportage moeten bedrijven aangeven welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen en welke energiebesparing deze maatregelen opleveren. Bedrijven moeten deze rapportage elke vier jaar indienen.

  • Er zit één huurder in mijn pand.

    Je bent verantwoordelijk voor alle energiebesparende maatregelen die de huurder niet kan nemen, zoals het isoleren van de gebouwschil. De huurder moet alle maatregelen nemen waarvoor jij als eigenaar van het pand geen toestemming hoeft te geven.

  • Er zitten meerdere huurders in mijn pand.

    Je bent als eigenaar verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen. Je moet alle maatregelen nemen, behalve maatregelen die alleen door de huurder kunnen worden genomen. Denk bijvoorbeeld aan energiezuinig printen en kopiëren. De huurder is eigenaar van deze apparatuur en is dus verantwoordelijk voor het verduurzamen hiervan.

De ‘drijver van een inrichting’ moet de melding doen en energiebesparende maatregelen nemen. De vraag is alleen wie de ‘drijver’ is: de eigenaar van het gebouw of de huurder? Bij een hoog energieverbruik hoort een collectieve installatie om aan dat verbruik te komen. Doorgaans wordt, bij sleutelklare huur, de eigenaar hiervan aangemerkt als ‘de drijver’. Het hangt echter ook af van de huurovereenkomst. Doorgaans is degene die bevoegd is om wijzigingen aan het gebouw en de (gedeelde) installaties aan te brengen de ‘drijver’. Bent u mede-eigenaar van een gebouw met collectieve installaties? Dan moet de rechtspersoon van dat gebouw de melding doen en energiebesparende maatregelen treffen. Dit kan een VvE (Vereniging van Eigenaren), BV of CV zijn maar ook een andere entiteit.

Dat is afhankelijk van jouw situatie.

  • Ik ben de enige gebruiker van het pand.

    Je moet als gebruiker alle maatregelen nemen waarvoor je geen toestemming nodig hebt van de eigenaar van het pand. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van alle verlichting door ledlampen. De eigenaar is verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen aan het gebouw die je als gebruiker niet kunt nemen, zoals het isoleren van de gebouwschil.

  • Ik huur kantoorruimte in een pand met meerdere gebruikers.

    De eigenaar van het pand is in principe verantwoordelijk voor energiebesparende maatregelen. Behalve als het maatregelen zijn die je alleen als huurder kunt nemen, denk bijvoorbeeld aan energiezuinig printen en kopiëren. Jij bent als huurder eigenaar van deze apparatuur en bent dus verantwoordelijk voor het verduurzamen hiervan.

Ja, ook als zzp’er moet je voldoen aan de energiebesparingsplicht, maar alleen als je meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 gas verbruikt. Dit is ongeveer zoveel als het jaarverbruik van 16,5 huishoudens. Controleer je energieverbruik bij je energieleverancier.

Ja, je moet aan de energiebesparingsplicht voldoen. 

U kunt als (mede)eigenaar zelf een melding doen bij het eLoket. U heeft hiervoor wel een eHerkenning niveau 1 nodig. Heeft u deze niet, dan moet u deze aanvragen bij een leverancier. Daaraan zijn jaarlijkse kosten verbonden. U kunt ook een bedrijf inschakelen om de melding voor u te doen.

Als bedrijven niet voldoen aan de Energiesparingsplicht 2023 kunnen zij een boete krijgen van maximaal € 20.250,-. Daarnaast kan de gemeente handhavend optreden en bedrijven verplichten om alsnog energiebesparende maatregelen te nemen.

 

De handhaving ligt bij uw gemeente of een handhavende instantie. Als u de verplichte maatregelen niet uitvoert, dan kan de gemeente in het uiterste geval een dwangsom opleggen.

Informatieplicht

De informatieplicht houdt in dat bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas verbruiken, verplicht zijn om te rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen. Dit moeten zij doen via het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

De informatieplicht is ingevoerd om bedrijven te stimuleren energie te besparen en bij te dragen aan de klimaatdoelen van Nederland. Door deze verplichting worden bedrijven zich bewuster van hun energieverbruik en kunnen zij aan de hand van de rapportage zien waar nog mogelijkheden liggen voor energiebesparing.

Energiebesparende maatregelen zijn maatregelen die bijdragen aan een lager energieverbruik. Voorbeelden zijn het isoleren van leidingen en tanks, het plaatsen van LED-verlichting en het optimaliseren van het gebruik van koeling en verwarming.

Als bedrijven niet voldoen aan de informatieplicht, kan dit leiden tot boetes. Ook kan het niet voldoen aan de informatieplicht leiden tot reputatieschade, omdat het aangeeft dat het bedrijf niet bezig is met duurzaamheid.

Het gaat om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Denk bijvoorbeeld aan het isoleren van leidingen en tanks, het plaatsen van LED-verlichting, het toepassen van energiezuinige ventilatie en het optimaliseren van het gebruik van koeling en verwarming.

Bedrijven moeten eenmaal in de vier jaar rapporteren. De eerste rapportage moest uiterlijk op 1 juli 2019 ingediend zijn. De volgende rapportage moet uiterlijk op 1 juli 2023 worden ingediend.

Bedrijven moeten rapporteren via het eLoket van de RVO. Hier moeten zij aangeven welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen en wat de kosten en besparingen zijn. Daarnaast moeten zij bewijsstukken aanleveren om de genomen maatregelen te onderbouwen.

De Omgevingsdienst voert de controles uit om te kijken of bedrijven voldoen aan de informatieplicht.

De informatieplicht stimuleert bedrijven om energie te besparen en draagt zo bij aan de klimaatdoelen van Nederland. Daarnaast kan de informatieplicht bedrijven helpen om kosten te besparen, omdat zij inzicht krijgen in hun energieverbruik en waar mogelijkheden liggen voor energiebesparing.

Als bedrijven niet voldoen aan de informatieplicht, kan dit leiden tot boetes. Ook kan het niet voldoen aan de informatieplicht leiden tot reputatieschade, omdat het aangeeft dat het bedrijf niet bezig is met duurzaamheid.

 

De eerstvolgende deadline voor rapportage is 1 juli 2023. Bedrijven moeten dan via het eLoket van de RVO rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen.

Zelf energie opwekken

Het zelf opwekken van energie kan leiden tot lagere energiekosten, meer zekerheid over de energievoorziening en een duurzamer imago voor uw bedrijf.

Er zijn diverse mogelijkheden, zoals zonnepanelen, windenergie, warmtepompen en biomassa.

Dat hangt af van verschillende factoren, zoals de beschikbare ruimte en de energiebehoefte van uw bedrijf. Het is daarom verstandig om een specialist te raadplegen voor advies op maat.

  1. De kosten hangen af van de gekozen optie en de omvang van het project. Over het algemeen is de initiële investering hoger, maar op de lange termijn kan het juist kostenbesparend zijn.

  2.  

Ja, er zijn verschillende subsidies beschikbaar voor duurzame energieprojecten. Het is aan te raden om te onderzoeken welke subsidies beschikbaar zijn voor uw specifieke project.

 

Dit hangt af van verschillende factoren, zoals de gekozen optie en de energiebehoefte van uw bedrijf. Over het algemeen ligt de terugverdientijd tussen de 5 en 10 jaar.

 

Ja, dat is mogelijk. U kunt de teruggeleverde energie verrekenen met uw eigen energieverbruik en eventueel overschot aan energie verkopen aan energiebedrijven.

 

Ja, het is belangrijk om regelmatig onderhoud te plegen aan de installaties om de kwaliteit en veiligheid te waarborgen en de levensduur te verlengen.

 

Ja, de salderingsregeling geldt ook voor bedrijven. Dit houdt in dat u de zelf opgewekte energie kunt verrekenen met de energie die u afneemt van het elektriciteitsnet.

Dat hangt af van verschillende factoren, zoals de grootte van het project en de locatie van uw bedrijfspand. Het is daarom verstandig om bij uw gemeente te informeren naar de vergunningseisen.

 

Start direct met het maken van een verduurzamingsplan en voorkom een boete.

© DoeNeutraal 2024. Alle rechten voorbehouden. Lees ons privacy beleid of bekijk onze voorwaarden

This is a staging enviroment